juni.2012
trends in automation
2
-
3
Ir. Thomas Pehrson,
Algemeen Directeur
O
p de vraag “hoe staat het met
de logistiek in Nederland?”,
zou je op het eerste gezicht
meteen “uitstekend” kunnen
antwoorden. Immers, het aantal en de
lengte van de files neemt af, zodat al die
vrachtauto’s waarop in alle toonaarden
“logistics” staat vermeld minder lang
in de file staan. Dus de goederen die zij
vervoeren komen vaker op tijd aan en
de transportkosten blijven binnen de
perken (afgezien van de brandstofprijzen
dan). Dat zijn ontwikkelingen waar de
Nederlandse maakindustrie blij mee zou
moeten zijn.
In de praktijk liggen de zaken even
anders. Want logistiek in de technische
industrie behelst heel wat meer dan het
vervoeren van onderdelen van A naar B.
De belangrijkste elementen in elke
machine of installatie zijn technologische
kennis en innovatie. Bovendien is het
tempo waarin je steeds nieuwe projec-
ten weet te integreren allesbepalend.
Voor simpele serieproducten als auto’s
en stofzuigers is de aanlevertijd van
onderdelen misschien de cruciale factor,
bij complexe projecten als machines en
installaties gaat het om de doorlooptijd
– de snelheid waarmee projecten het tra-
ject van idee naar installatie doorlopen.
Wie zich in die sector concentreert op het
just-in-time leveren van onderdelen komt
niet veel verder dan het voorkòmen van
stagnatie in het productieproces: echte
tijdwinst zit er niet in. Door het leveren
van toepassingskennis, documentatie en
3D-CAD- of schemabibliotheken wordt
het ontwikkelingsproces bij de klant ver-
gemakkelijkt en de doorlooptijd van een
project verkort, maar het is wel tijdwinst
in de marge. Echte winst valt pas te be-
halen, als leverancier en klant voor
bepaalde delen van het project gezamen-
lijk optrekken. Want dan kan een sequen-
tieel proces, waarbij de capaciteit van
een ontwikkel- of engineeringafdeling de
beperkende factor is, worden opgeknipt
in een aantal parallelle processen. Als
de leverancier ook beschikt over eigen
ontwikkel- en engineeringcapaciteit valt
er een substantiële winst in doorlooptijd
te boeken.
Een dergelijke vorm van integratie van
de leveranciers in de maakketen noemen
wij bij Festo S.M.A.R.T.-logistics; wij
wijden er deze uitgave van de Trends in
Automation aan. Wij zetten uiteen wat
onze ideeën over het concept zijn en hoe
wij die in praktijk brengen. Bovendien
gunnen wij u een kijkje in de keuken
van klanten die het toepassen. Eén
daarvan is de Tanis Group, die in feite
een geïntegreerde maakketen vormt met
zusterondernemingen T&V Controls en
VerAutomation. Hun keuze voor een plat-
form waardoor installaties in vrijwel elke
omgeving inpasbaar zijn, maakt dat zij
snel en flexibel in kunnen spelen op wen-
sen van klanten waar ook ter wereld. VMI
is één van ’s werelds leidende bouwers
van machines voor de bandenfabricage.
De samenwerking met Festo binnen de
kaders van het S.M.A.R.T.-logistics-
concept heeft geresulteerd in een
gestage daling van doorlooptijden en
een proces van standaardisatie, dat
VMI in staat stelt sneller en flexibeler te
opereren.
S.M.A.R.T.-logistics moet van twee
kanten komen. Als leverancier moet je
in staat en bereid zijn om je hele proces
te organiseren om de behoeften van de
klant heen. Maar ook aan de klanten-
zijde stelt S.M.A.R.T.-logistics eisen.
Volgens de Nederlandse Vereniging voor
Inkoopmanagement NEVI is het de taak
van de inkoper om leveranciers met de
juiste know-how en capaciteit in een
vroeg stadium bij ontwikkelingsproces-
sen te betrekken. Daarmee wordt niet
alleen doorlooptijd gewonnen, maar
worden ook kosten bespaard doordat het
ontwikkelteam via een “first time right”-
benadering de kosten van wijzigingen en
revisies beperkt kan houden. Het concept
is nog lang geen gemeengoed, maar om
terug te komen op de vraag hoe het staat
met de logistiek in Nederland: er zijn veel
hoopgevende ontwikkelingen, ook al mag
er best nog het één en ander gedaan
worden om het maximale uit ons logi-
stieke potentieel te halen.
Logistiek:
van A naar Beter