Pagina 16 - trends in automation september.2012

Eco-engineering
In de greep van de
nieuwe technologie
Vele handen maken licht werk
maar de kosten ervan
kunnen ook aanzienlijk oplopen. Zeker als die handen uit-
sluitend gebruikt worden om voorwerpen van allerlei vorm,
gewicht en kwetsbaarheid op te pakken, vast te houden en
weer neer te zetten. De kosten van wetenschappers en een
compleet onderzoek betalen om hooguit twee handen aan
het werk te zetten klinkt niet echt efficiënt, en er is dan ook
heel wat inventiviteit gestopt in het nabootsen van de wer-
king van vingers, handen en alles wat er aan vast zit. Het re-
sultaat van die inspanning: een ruime verscheidenheid van
principes voor het pakken en verplaatsen van een enorme
diversiteit aan producten.
L
ange tijd waren de mechanische
grijper en de zuignap de principes
om producten op te pakken en te
hanteren. Mechanische grijpers
klemmen het werkstuk vast door gebruik
te maken van het hefboomprincipe. Met
perslucht als drijvende kracht grijpen ze
snel en krachtig toe. Het wat subtielere
grijpwerk nemen elektrische grijpers als
de HGPLE van Festo vaak voor hun reke-
ning. Op het basisthema van de grijper
is bijna eindeloos te variëren: aantallen
vingers, de manier waarop de hefboom-
scharnieren zijn ontworpen, vorm van de
vingers om deze zo goed mogelijk aan te
passen aan het werkstuk. Voor dat laat-
ste zet Festo ondermeer Rapid Prototy-
ping in, waarbij de gewenste grijpervorm
direct uit het CAD-programma in 3D wordt
uitgeprint of uitgefreesd in metaal.
Von Guerickes’ befaamde experiment met
de Maagdenburger halve bollen demon-
streert het principe van de zuignap, maar
pas in 1860 werd dat principe vertaald in
industriële toepassingen. Sindsdien heeft
de zuignap zich ontwikkeld tot ‘s werelds
meest toegepaste grijpertechnologie,
met een enorm assortiment aan vacuüm-
generatoren en zuignappen voor allerlei
uiteenlopende toepassingen. Welke
combinatie de juiste is hangt af van
materiaal, vorm en gewicht van het
Powergripper
grote kracht
bij extreem
lage massa.