In de praktijk kunt u nauwelijks om veiligheidskwesties m.b.t. pneumatische componenten heen, bijvoorbeeld bij de technische documentatie of risico-evaluatie. De Machinerichtlijn 2006/42/EG is de bepalende basis voor de functionele veiligheid van machines, daarnaast is ook de geharmoniseerde norm EN ISO 13849 relevant. Het goede nieuws: in alle gevallen kan Festo u als een competente partner terzijde staan. Naast advies bieden wij bij onze oplossingen ook nauwkeurige Application Notes aan.
Festo biedt een uiteenlopende individuele pneumatische componenten die in het systeem beoordeeld moeten worden. Anders dan in de elektrotechniek, waar u met gecertificeerde componenten werkt, wordt in de pneumatiek de functionele veiligheid van een specifieke toepassing meestal ontworpen en gebouwd met gangbare hardwarecomponenten. Hier geldt dat de machinefabrikant in principe verantwoordelijk is voor de veiligheidsbeoordeling en -documentatie.
Veiligheidskwesties in de pneumatiek zijn allesbehalve triviaal. Daarom leveren wij onze producten meteen met alle relevante gegevens. Bovendien staan onze projectingenieurs voor u klaar en geven deskundig adviezen tot u met het systeem vertrouwd bent – bijvoorbeeld om samen met u de foutmogelijkheden en beïnvloedingsanalyse (FMEA) door te nemen. Met deze dienst beveiligt u uw installaties sneller en over het geheel genomen kosteneffectiever.
Dankzij de SDE-functie kan de energietoevoer naar de direct opvolgende pneumatische installatie veilig worden onderbroken en ontkoppeld.
Application Note:
De SEZ-functie zorgt er met een gedefinieerde druk-tijdfunctie voor dat de energietoevoer veilig inschakelt (softstart-functie).
De PUS-functie voorkomt dat de uitgangspositie van het ventiel verandert, en daarmee het onverwacht opstarten van een machinefunctie.
Application Notes:
De SBC-functie levert een veilig uitgangssignaal voor de aansturing van een externe rem of klemeenheid.
De energietoevoer naar de pneumatische aandrijving wordt onderbroken. De kamers van de pneumatische aandrijving worden ontlucht, zodat er geen kracht (moment) opgewekt kan worden die een gevaarlijke beweging kan veroorzaken.
Application Notes:
De pneumatische aandrijving wordt gestopt. De vrije beweging van het uitgaande element wordt geblokkeerd. De blokkering kan vormsluitend of wrijvingsluitend zijn.
De vrije beweging van het uitgaande element wordt geblokkeerd. De blokkering kan vormsluitend of wrijvingsluitend zijn.
Application Note:
Definities van pneumatische veiligheids-subfuncties: SB-f, PUS
De energietoevoer of -afvoer van ten minste één kamer van de pneumatische aandrijving wordt geblokkeerd en de opgeslagen energie wordt gebruikt voor de realisatie van het stilzetten.
Application Note:
Definities van pneumatische veiligheids-subfuncties: SSC, PUS
De SET-functie voorkomt dat de pneumatische aandrijving meer dan een bepaalde waarde afwijkt van het momentevenwicht (kracht).
De PUS-functie voorkomt dat de uitgangspositie van het ventiel verandert, en daarmee het onverwacht opstarten van een machinefunctie.
De SLS-functie voorkomt dat de pneumatische aandrijving de toelaatbare snelheid overschrijdt.
De SLT-functie voorkomt dat de pneumatische aandrijving het toelaatbare moment (kracht) overschrijdt.
De SDI-functie voorkomt dat de aandrijving zich in een ontoelaatbare richting beweegt.
Application Note:
Definities van pneumatische veiligheids-subfuncties: SDI, PUS
De SOS-functie voorkomt dat de aandrijving meer dan een ingestelde mate van de stoppositie afwijkt. In dit geval wordt de persluchtvoorziening in stand gehouden, zodat de aandrijving zonder verdere maatregelen (bijvoorbeeld mechanische houdremmen) bestand is tegen de inwerking van externe krachten (bijv. variabele belasting).
Eem tweehandige en gelijktijdige bediening van twee bedieningselementen activeert een uitgangssignaal.
De volumestromen in en uit de twee kamers van de pneumatische aandrijving worden verminderd of geblokkeerd. Hierdoor wordt de beweging van de aandrijving vertraagd en komt tot stilstand. Wanneer de stilstand binnen het gedefinieerde tolerantievenster bereikt is, wordt de druk in de kamers van de pneumatische aandrijving opgeheven, zodat er geen kracht (moment) opgewekt kan worden die een gevaarlijke beweging zou kunnen veroorzaken.
De volumestromen in en uit de twee kamers van de pneumatische aandrijving worden verminderd of geblokkeerd, waardoor wordt de beweging van de aandrijving vertraagd en tot stilstand gebracht wordt. Wanneer de stilstand binnen het gedefinieerde tolerantievenster bereikt is, wordt de druk in de kamers van de pneumatische aandrijving in stand gehouden wordt, zodat de bestaande druk wordt gebruikt om de stilstand te handhaven.
Hoe? Kijk eens in onze veiligheidsgids voor machines en installaties. Hier vindt u niet alleen uitgebreide informatie over de basisnormen, risicobeoordeling en risicovermindering, maar ook gedetailleerde overzichten van alle veiligheidsfuncties met de bijpassende producten om deze functies in uw systeem te implementeren.
Daarnaast bevat de gids ook een overzicht van alle seminars van Festo Training and Consulting voor de kwalificiaties op het gebied van veiligheidstechniek.
Lees meer in onze veiligheidsgids voor machines en installaties (PDF)