trends in automation:
U stelt dat het mogelijk is tussen de
30%
en 50% op het totale verbruik van grondstoffen en energie
te besparen. Is dat niet een beetje hoog gegrepen?
Prof. Egon Müller:
Om die stelling kracht bij te zetten hoeven
we alleen maar terug te grijpen op de alom bekende natuurwet-
ten. Systemen kunnen onderling weliswaar energie uitwisselen,
maar niet doen ontstaan of verdwijnen. Ze kunnen de energie
hoogstens van de ene in de andere vorm omzetten. Daarnaast
is het een natuurwet dat de omzetting van de ene energievorm
in de andere en het transport van energie altijd in één richting
plaatsvindt. Als we de fabriek als “Totaalverbruikssysteem van
energie” beschouwen waarin een verscheidenheid van ener-
gieomzettingspocessen plaatsvindt, dan is het aangegeven
besparingspotentieel in principe te berekenen.
Bij het verbruik van grondstoffen spelen behalve nieuwe
technieken ook de toepassing van nieuwe materialen en hun
gebruikscyclus – in de zin van hergebruik – een belangrijke rol.
Voor de planning en het beheer van fabrieken is het zaak om
nieuwe concepten te ontwikkelen - waarin machinebouw en
beheerstechniek bijvoorbeeld samenkomen - teneinde zulke
gebruikscycli vorm te kunnen geven.
trends in automation:
In uw boek “Energie-efficiënt plannen
en beheren van fabrieken” laat u zien hoe potentiële energie-
besparingen systematisch in praktijk gebracht kunnen worden.
Waarop ligt daarbij specifiek de nadruk?
Müller:
Uiteindelijk zouden we op dit punt naar de noodzaak
kunnen verwijzen om het probleem in zijn totaliteit aan te pak-
ken. Maar dat is net zomin afdoende als alleen maar systema-
Interview
Duurzaam plannen
Grondstoffen en energie worden schaarser –
dat wordt ons vrijwel dagelijks voorgehouden.
De automatische reactie is, mee te gaan in de wedloop naar nieuwe bronnen. Dat dit mis-
schien niet de slimste weg is licht Egon Müller, hoogleraar fabrieksplanning en –beheer aan
de Technische Universiteit Chemnitz, toe. Als vooraanstaand expert op het gebied van inno-
vatieve productietechnieken en fabrieksconcepten stelt hij dat er door toepassing van ecolo-
gisch verantwoorde productiemogelijkheden de komende jaren zeker 50% valt te besparen.
tisch te werk gaan. In een fabriek zijn het in eerste instantie de
mensen, die met de daarvoor ontworpen machines en appara-
tuur en uitgaande van materialen, producten fabriceren. Het zijn
precies deze processen die door mensen in gedachten worden
ontwikkeld en vervolgens gepland. We moeten ervoor zorgen
dat we de noodzakelijke competenties ontwikkelen en kwalifi-
caties meegeven aan de mensen in de fabriek om het actuele
besparingspotentieel systematisch te realiseren. Daarnaast zal
een totaalvisie op het opwekken, omzetten, transporteren en
gebruiken van energie en de optimalisatie daarvan in de fabriek
een substantiële rol spelen.
trends in automation:
In hoeverre kan energie-efficiëntie een
strategische factor in de concurrentiepositie van een onderne-
ming worden?
Müller:
Het is niet alleen de gestage opwaartse prijsontwikke-
ling van energie en de daarmee samenhangende kosteneffecten
die in de toekomst een belangrijke rol voor de onderneming
zullen spelen. In toenemende mate worden ook vraagstukken
als beschikbaarheid en toegang tot energiebronnen strategische
factoren in de concurrentiepositie van een onderneming. Kijken
we naar de prognoses van de toekomstige energiebehoefte voor
de verschillende energiedragers en economische sectoren voor
de periode tot 2030 dan staat nu al vast dat juist die fabrieken
een aanzienlijk concurrentievoordeel zullen hebben die niet
genoodzaakt zijn om aan de race naar energiebronnen deel te
nemen. Daaruit wordt tevens duidelijk dat de beste manier om
energie-efficiëntie te bereiken, energiebesparing is.
trends in automation:
In hoeverre is het mogelijk energetische
zelfvoorziening voor een fabriek te plannen en te realiseren?