september.2012
trends in automation
30
–
31
Toonaangevende melkrobot
De Astronaut A1 en zijn opvolger de A2
luidden een stormachtige groei in voor
Lely en dat succes werd nog overtroffen
door de introductie van de Astronaut A3
in 2005. Bij het volledig vernieuwde me-
chatronische ontwerp van de robotarm die
het hart van de installatie vormt was Festo
nauw betrokken. De A3 geldt als de meest
succesvolle robot ooit. Dat leidde niet
alleen tot een snelle groei van Lely, maar
ook tot een intensieve logistieke samen-
werking met Festo. Volgens Walter Nijhuis,
Purchasing Manager bij Lely en van 2004
af betrokken bij de ontwikkeling van de
A3 en de nieuwste A4, was de keuze voor
inbouwklare complete modulen van Festo
een goede greep. “Mede daardoor konden
we onze doorlooptijden kort houden en
dat heeft een belangrijke bijdrage gele-
verd aan het succes van de A3.”
Gemeenschappelijke raakvlakken
Sindsdien is de logistieke samenwerking
tussen Festo en Lely niet alleen geïnten-
siveerd, maar ook geformaliseerd; Walter
Nijhuis: “In zo’n geval ga je toch kijken
waar de gemeenschappelijke raakvlak-
ken liggen, bijvoorbeeld bij een thema als
duurzaamheid. Als Lely hebben wij een
uitgebreid programma om onze Astronaut-
robots onder de naam Taurus een nieuw
leven te geven en dat heeft alles te maken
met de duurzaamheidsgedachte in onze
mission statement. Het komt natuurlijk
goed uit als je zulke ideeën ook tegen-
komt bij de leveranciers met wie je zaken
doet. Je bent dan natuurlijk wel vooral
op operationeel niveau bezig. En daar
moeten de afspraken kloppen en gaat ook
de meeste energie in zitten.”
Van ontwikkeling naar logistiek
“
Het uitgangspunt voor de samenwerking
was een ontwikkelingsovereenkomst”, zo
vervolgt Walter Nijhuis. “Dat betekent al
dat ontwikkelingsafdelingen één op één
met elkaar communiceren en dat daar af-
spraken over zijn. Vervolgens zet je de stap
naar verdergaande logistieke samenwer-
king – en dat houdt in dat je gemeenschap-
pelijke QLTC-uitgangspunten onderschrijft
en kritische performance-indicatoren defi-
nieert. Daarvoor moeten eerst intern alle
neuzen in dezelfde richting staan: ontwerp,
engineering, logistiek en marketing moe-
ten het eens zijn over die KPI’s. Vervolgens
moet je de discussie daarover aangaan
met je logistieke partner.”
Support voor QLTC
Vooralsnog ligt het zwaartepunt op de Q
en de L van QLTC, maar met de intensive-
ring van de samenwerking zullen ook de
andere dimensies meer nadruk krijgen.
Voorwaarde daarvoor is dat in beide
organisaties begrip van - en kennis over
QLTC verbreiding vindt en dat proces
ondersteunt Festo op meerdere manie-
ren. Een daarvan is via Festo Didactic,
dat binnen de klantenorganisatie niet
alleen kennis over technologie verbreidt
maar ook de kwalitatieve en logistieke
aspecten van achtergrond kan voorzien.
De andere ligt in het uitgangspunt van
SMART logistics: door doelstellingen te
formuleren die aan SMART criteria vol-
doen verdiept de dialoog tussen klant en
leverancier zich en ontstaat de synergie
die beiden voor ogen staat.
Groeiproces
Dat zo’n ontwikkeling zijn tijd nodig heeft
realiseert Nijhuis zich ten volle. “Zowel
voor de leverancier als voor de klant
betekent QLTC een omslag in het denken.
In dat proces zijn we al een heel stuk
gevorderd. Verschillende disciplines bin-
nen onze organisatie werken samen met
Festo aan een joint action plan. Naast de
harde PKI’s houden we rekening met wat
we noemen ‘softe’ factoren en binnen het
purchase department werken we aan risi-
co-evaluaties ten aanzien van strategisch
belangrijke leveranciers en producten.
Inspiratie, innovatie en duurzaamheid
maken deel uit van onze missie: als een
leverancier zich in die waarden kan her-
kennen dan is de basis voor een gezonde
samenwerking gelegd.
De Lely Astronaut A4:
ontwikkeld vanuit het natuurlijke gedragspatroon van de koe.
De Lely Astronaut A3 l
uidde een nieuw tijdperk in voor het robotmelken.