Pagina 42 - trends in automation september.2012

F
esto heeft al snel ingezien dat
ventieloplossingen nooit stan-
daard zijn, maar altijd afhanke-
lijk van de omgeving waarin ze
moeten werken. Tegelijkertijd is het niet
zinvol als iedere wijziging in een machine
ontwerp ook andere ventielen vergt. Die
twee uitgangspunten zijn voor Festo lei-
dinggevend geweest, en ze hebben geleid
tot een uitermate succesvol ventielen-
concept dat uitgaat van twee principes:
standaardisering en modulariteit.
Value-engineering
De evolutie van ventiel
naar terminal
Zoals het leven op aarde
vermoedelijk begon met ééncel-
lige wezens, zo vormt het ventiel het fundament van de
pneumatiek. Gaandeweg werden er meer functionaliteiten
toegevoegd. Ventielen werden gecombineerd tot blokken.
Blokken werden uitgerust met I/O om te communiceren
met de omgeving. Uiteindelijk groeide het ventielblok uit
tot een ventielterminal die zich niet alleen bezighoudt met
persluchtaandrijvingen, maar ook elektrische aandrijvingen
aanstuurt en communiceert met bovenliggende besturin-
gen. Maar nog steeds heeft elke variant zijn eigen taak in de
wereld van Motion in Control.
Flexibel totaalconcept
Met die twee uitgangspunten kan voor
iedere toepassing op elk niveau een
oplossing worden gekozen die strookt
met de eisen en het budget van de
opdrachtgever. Tegelijkertijd is er een
welhaast vanzelfsprekend groeipad van
Motion in Control: van (1) besturing van
geïsoleerde pneumatische actuators
via (2) gecentraliseerde pneumatische
aansturing, al dan niet in een bestu-
ringskast tot (3) autonome decentrale
besturing voor functionele units of zelfs
een machine. Bij al die verschillende
vormen staan flexibiliteit en toegekende
waarde centraal. Elke oplossing is zo te
configureren dat hij moeiteloos inpas-
baar is in ieder automatiseringsconcept,
en ieder product beschikt wel over een
aantal features waardoor de gebruiker
tijd en geld bespaard tijdens engineering,
installatie, exploitatie of onderhoud van
de machine.
Bouwen vanaf de basis
Afzonderlijke ventielen zijn door hun
compacte bouw makkelijk te monteren
dichtbij de aandrijvingen – ideaal voor
installaties met een overwegend
decentrale layout, zoals geautomatiseer-
de transportsystemen in magazijnen en
kassen. Daarbij kan één ventiel worden
ingezet om twee enkelwerkende cilinders
aan te sturen, wat wel zo efficiënt is. Bij
het combineren van ventielen tot een
manifold of ventielblok zijn er vele
mogelijkheden om de configuratie
precies af te stemmen op de eisen van de
toepassing. Zo kunnen ventielen met
verschillende flowrates worden gecombi-
neerd om overdimensionering en
bijbehorende verspilling te voorkomen.
Signaleringen zoals standmelding op
ventielen vereenvoudigen installatie en
onderhoud; dit soort mogelijkheden is te
danken aan het feit dat elektronica ook in
het ventiel steeds meer gaat betekenen.
Een volgende vanzelfsprekende stap is
het monteren van een reeks ventielen op
een gemeenschappelijke basis en dan
Het CPX-platform
integreert decentrale intelligentie,
velbus- en TCP/IP-communicatie, elektrische I/O en
pneumatische en elektrische aansturing in één terminal
met maximaal 512 posities.