Frisse wind door oude pijpen

Automatische luchttoevoer in historische orgels

Majestueus of eenvoudig, filigraan of complex, klassiek in de kerk of moderne rockmuziek: het orgel is de koningin van de muziekinstrumenten. In klankdiversiteit blijft het orgel onovertroffen. Terwijl de klank van moderne orgels elektronisch wordt geproduceerd, is bij klassieke instrumenten de lucht nog steeds toonaangevend. Het moeizame werk van het opwekken van wind wordt nu echter gedaan door machines in plaats van menselijke spierkracht.

Het geluid van een orgel wordt geproduceerd door de pijpen van verschillende grootte, waardoor een constante luchtstroom wordt geblazen. Ofwel wordt het geluid geproduceerd - net als bij een blokfluit - door de lucht door een smalle spleet tegen een rand, het labium, te blazen, ofwel via een vibrerend tongetje in de pijp, zoals bekend van klarinetten.

Blaasbalg genereert orgelwind

Tot ongeveer 100 jaar geleden werd de daarvoor benodigde perslucht, de zogenaamde orgelwind, opgewekt door blaasbalgen die met de voeten werden ingetrapt. Voor grote instrumenten waren tot twaalf mensen nodig voor dit zware werk. Pas met de komst van de elektriciteit werden in de orgelbouw steeds meer elektrische blazers gebruikt. In vergelijking met voetbediende blaasbalgen genereerden ze een zeer constante en stille luchtstroom. Tegelijkertijd is het echter altijd een uitdaging geweest om de elektrische windgenerator zo te ontwerpen dat hij niet te horen is, zelfs niet zachtjes gespeelde muziek.

Elektromotoren als balgaandrijving

Bij de restauratie van oude instrumenten proberen de orgelbouwers echter als het enigszins mogelijk is om de historische balg te behouden en zo de oorspronkelijke klank van het orgel te handhaven. Om de orgelwind automatisch te kunnen opwekken, worden vaak elektromotoren gebruikt om de balg op en neer te bewegen in plaats van een menselijke helper. Dit is ook het geval met een historisch exemplaar van het conservatorium voor kerkmuziek en muziekpedagogie in Regensburg, dat in 1752 door Antonio Pilotti uit Bologna in typisch Italiaanse stijl werd gebouwd en in de loop van de restauratie een automatische blaasbalinstallatie kreeg.

De orgelwerkplaats Jörg Bente kreeg de opdracht om de oorspronkelijke historische functie te behouden en mocht het orgel geen programmeerbare logische sturing (PLC) of andere besturingselementen dan de hoofdschakelaar hebben. In samenwerking met de experts van Festo werd uiteindelijk gekozen voor elektromotoren uit de serie EMMS-AS-70 en controllers uit de CMMP-serie, die de motoren aansturen.

Een uitgekiende bekabeling en het ontwerp van de controller zorgen voor een absoluut stille werking, zodat het muziekplezier niet wordt verstoord, zelfs niet bij de stilste klanken. De oplossing van Festo maakt ook een dynamische omschakeling mogelijk tussen speelpauzes met een laag luchtverbruik en een volledige benutting met een hoog luchtverbruik: de vereiste luchtdruk van 4,5 millibar blijft constant, aangezien een van de twee balgen altijd voldoende luchtreserve heeft.

Automation in het conservatorium

Sinds eind juli 2014 is het gerestaureerde instrument met automatische balginstallatie met succes in gebruik genomen in de ruimtes van het conservatorium in Regensburg. In het kader van het onderwijs wordt het orgel sindsdien gebruikt voor de authentieke reproductie van Italiaanse muziek uit de 18e eeuw. De moderne technologie van Festo helpt om een stukje historische muziekcultuur levendig te houden.

Overzicht