Spoor en camber van de assen bepalen in belangrijke mate het rijgedrag van een voertuig. In de autoproductie moesten beide vroeger omslachtig manueel worden ingesteld. De huidige generatie machines van de AuE Kassel GmbH past spoor en camber geheel automatisch aan in minder dan 60 seconden. Festo componenten garanderen daarbij precisie en snelheid.
In de begindagen van de autoproductie werden de assen die op staalwerktafels werden geklemd, ruwweg vooraf ingesteld met behulp van meettasters en meetklokken. Pas ‘End of Line’ vond de definitieve meting van het chassis plaats. Deze laatste fase duurde tot tien minuten en bepaalde de outputsnelheid van de voertuigfabriek. Vandaag de dag is de afstelling geautomatiseerd en voldoet zo aan de tijdsfactor die wordt gevraagd door fabrikanten van voertuigen met multi-link achterassen. AuE Kassel GmbH heeft in slechts negen maanden tijd een dergelijk nieuw achteras-afstelinstallatie met behulp van Festo-componenten geïmplementeerd voor een bekende Duitse autofabrikant. Eenmaal afgesteld kan de as direct in het voertuig worden gemonteerd. Ontworpen in portaalvorm, uitgerust met aandrijvingen en ventieleilanden van Festo, stelt hij spoor en camber in minder dan 60 seconden af.
Krachtig geklemd
De lineaire transporttechniek, die direct in het productieproces bij de autofabrikant is geïntegreerd, transporteert de as op een werkstukdrager in de lengte- of in de dwarsrichting door de machine. Een hefframe dat direct boven de as daalt, houdt alle Festo-componenten en het gereedschap voor het afstellen van spoor en camber vast. Na het vastzetten van de as zwenken de tegensteunen onder de onderstellagers van de as, die later de verbindingspunten met de carrosserie vormen. Hogekrachtcilinders ADNH en een zuigerdiameter van 100 mm klemmen de as op vier punten vast, precies alsof deze aan het voertuig is vastgeschroefd. Het voordeel van de hogekrachtcilinders ADNH is dat twee, drie of vier cilinders met dezelfde zuigerdiameter en slag in serie kunnen worden geschakeld. Hierdoor kan de kracht tijdens de voorwaartse verplaatsing worden verhoogd tot twee, drie of vier keer die van een conventionele cilinder. Een Festo SMAT-sensor op een geleidingseenheid scant het vlak van de wielnaaf. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de hoogte te bepalen waarop een slede op de as moet bewegen.
In de volgende stap klemmen de door hogekrachtcilinders ADNH aangedreven grijpers zich op de naven. Vervolgens worden de door elektromotoren aangedreven veervervangtoestellen op de as geplaatst en worden de punten waar later de veren zitten automatisch gelokaliseerd. In de volgende stap wordt de as onder belasting gepulseerd om een instelgedrag te bereiken bij de rubberen lagers en scharnieren. Vervolgens wordt de as in de zogenaamde K0-positie gezet. Dit is de ideale positie van de as die overeenkomt met de normale belasting waarbij het voertuig met een bepaald gewicht wordt belast. In deze positie worden spoor en camber gemeten door een meettaster die door een pneumatische cilinder direct op de remschijf wordt geplaatst. Ook de stelschroeven worden door de via pneumatische cilinders bewogen spoor- en camber-schroevendraaiers gelokaliseerd. De machine detecteert automatisch de relatieve toekomstige positie van de wielen met behulp van de meettasters. Het instelgereedschap stelt spoor- en camberwaarden in realtime af en borgen met het uiteindelijke aanhaalmoment. De gereedschappen trekken zich vervolgens terug en de as wordt weer op de werkstukdrager geplaatst. De installatie stelt zichzelf automatisch in voorgedefinieerde cycli af t.o.v. een calibratie.
Om ervoor te zorgen dat het productieproces niet hoeft te worden onderbroken tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de machine, kan deze via tandheugels en geleidingsrails van de transportband naar een speciaal uitgeruste onderhoudszone worden verplaatst.
Een bijzonder kenmerk van de nieuwe machine zijn de ventieleilanden die direct op het hefframe en de hefslede zijn gemonteerd, waardoor het werk voor het aansluiten van de slangen en kabels tot een minimum beperkt kon worden. Twee VTSA-ventieleilanden met CPX-ingangsmodules bevinden zich links en rechts gescheiden van elkaar op het hefframe dat de as opneemt. In de verticale hefslede, die de naafgrijper draagt, bevinden zich twee kleinere VTSA-ventieleilanden met elk vier ventielen, die alle actuatoren onder de e-chain van de slede sturen. Dankzij deze oplossing zijn slechts één toevoerslang, één spanningstoevoer en één bussysteem nodig.
Heinrich-Hertz-Str. 52
34123 Kassel
Duitsland
Activiteiten: automatiseringsspecialist voor alle productietaken rond assen, chassis en vergelijkbare probleemstellingen