Proportionele drukregeling op basis van modellen
Proportionele drukregeling op basis van modellen
Productcompatibiliteit
Festo Motion Terminal

Proportionele drukregeling op basis van modellen

Please sign in to see prices or request test licenses

Terug naar zoekresultaten
Laat externe sensoren achterwege door op modellen gebaseerde regeling. Door het opslaan van enkele systeemparameters zoals slanglengte, slangdiameter en cilindergrootte, zorgt de anticiperende regeling voor optimale nauwkeurigheid, omdat het drukverlies in de slang en het volume bij deze app regeltechnisch gecompenseerd kunnen worden.
Beschrijving

Met de Motion-app „Proportionele drukregeling op basis van modellen“ hebt u bij beide ventieluitgangen twee drukregelaars per ventielschijf ter beschikking, waarmee drukwaarden onafhankelijk van elkaar kunnen worden geregeld. De geïntegreerde sensoren bewaken de druk nauwkeurig. Voor de regeling wordt naast de interne druksensoren (aansluitingen 1, 2, 3, 4) een toestandsregelaar/observatorstructuur gebruikt. Hierbij wordt op basis van modellen rekening gehouden met het volume en de slang.

Als gebruiker moet u het volume, de slangdiameter en de slanglengte vermelden. Zodoende kunt u een extern aangebrachte sensor achterwege laten – bijzonder interessant voor Clean Design. Door middel van de op modellen gebaseerde drukregeling kunnen bovendien drukverschillen worden gecompenseerd, die door de verschillende slanglengten en diameters ontstaan. Zo bereikt u ook bij lange slangleidingen een nauwkeurige en dynamische drukregeling.

De drukregelaar is ook geschikt voor vacuümtoepassingen. Voor vacuümtoepassingen wordt op kanaal 3 vacuüm aangesloten. Op kanaal 1 kunt u tegelijkertijd druk aansluiten, bijvoorbeeld voor een afwerpimpuls. Mogelijke toepassingen zijn drukregeling in het volume, krachtregeling met bekend effectief oppervlak, aansturing van procesventielen, vacuümregeling met geregelde afwerpimpuls en speciale hoogdynamische drukregelprofielen (regeling van volgordeventielen).

Bij gelijktijdig gebruik moet u precies zo veel afzonderlijk beschikbare Motion-apps bestellen als u nodig hebt op de Festo Motion Terminal VTEM.

Drukverloop van eenvoudige drukregelaars

Gewenste druk Druk op het ventiel Druk in het systeem
Langzame drukverhoging in het systeem

Drukverloop Motion Terminal met „Proportionele drukregeling op basis van modellen“

Gewenste druk Druk op het ventiel Druk in het systeem
Snelle drukverhoging in het systeem door tijdelijk verhoogde druk op het ventiel.
Technische gegevens

-       Druk:

  • -0,9 … +8 bar

-       Minimaal volume:

  • 50 ml

-       Maximaal volume:

  • 2 l (grotere volumes ook regelbaar; debiet wordt hier echter begrensd door ventiel)

-       Opgaven in de Motion-app en door de PLC-besturing:

  • Gewenste druk op kanaal 2
  • Gewenste druk op kanaal 4

-       Teruggave aan besturing:

  • Werkelijke druk op kanaal 2
  • Werkelijke druk op kanaal 4

-       Aanbevolen slanglengten en volumes:

  • 1 m … 5 m
  • Momenteel wordt slechts een slanglengte van groter dan een meter ondersteund (>1 m)
  • Alleen voor minimaal veranderende volumes ±10%

-       Aanwijzingen:

  • Bij vacuümbedrijf moet vóór de ventielen een filter worden geschakeld. Hiermee wordt voorkomen dat vreemde deeltjes die worden aangezogen in het ventiel kunnen binnendringen, bijv. bij het gebruik van een zuiger.
  • Bij de toevoer van interne stuurlucht moet de vereiste minimumdruk (3 bar) in kanaal 1 worden aangehouden.
  • De sensoren zijn constructief beschermd tegen vervuiling.
  • Zowel de toevoerdruk bij aansluiting 1 als de ontluchtingsdruk bij aansluiting 3 worden gedetecteerd. Wanneer op aansluiting 3 vacuüm is aangesloten, wordt dus de actuele onderdruk bepaald.
  • Bij het gebruik van PUN4-slangen moet regelkarakteristiek C1 worden gekozen.
  • Nulvolume (verstopte ventieluitgang): het beste met CS-instelling, regelkarakteristiek C1 zorgt voor stabiel regelgedrag met doorschieters.
  • Als de opgegeven waarde voor gewenste druk op een ventieluitgang groter is dan de intern bepaalde toevoerdruk, wordt de gewenste waarde voor interne druk begrensd tot de intern bepaalde toevoerdruk.
  • Als de opgegeven waarde voor de gewenste druk op een ventieluitgang kleiner is dan de ontluchtingsdruk +0,1 bar, wordt deze uitgang gestuurd volledig ontlucht.

-       Statische kengetallen (overeenkomstig FN 942030) geldig van -0,9 … 7 bar:

  • Lineariteitsfouten in het bereik 5% ... 95% gewenste waarde onder nominale omstandigheden, in relatie tot ideale karakteristiek: 170 mbar
  • Herhalingsnauwkeurigheid in het bereik 5% ... 95% gewenste waarde onder nominale omstandigheden: 80 mbar
  • Max. hysterese in het bereik 5% ... 95% gewenste waarde onder nominale omstandigheden: 80 mbar
  • Totale nauwkeurigheid in het bereik 5% ... 95% gewenste waarde onder nominale omstandigheden: 210 mbar
  • Aanspreekgevoeligheid in het bereik 5% ... 95% gewenste waarde onder nominale omstandigheden: 80 mbar
  • Max. temperatuurfout in het gehele T-bereik bijkomend bij totale nauwkeurigheid: ± 50 mbar
  • Nulpuntonderdrukking:
    • Gewenste waarde lager dan 100 mbar boven ontluchtingsdruk--> ontluchten
    • Gewenste waarde 120 mbar of hoger boven ontluchtingsdruk--> regeling actief

-       Dynamische kengetallen (overeenkomstig FN 942030) geldig van 0 … 7 bar:

  • Hersteltijd (slang PUN8, 2 m, volume 0,1 l abrupte wijziging van gewenste waarde 25%  75%  25%):
    • <0,5 s
  • Toegestane doorschieters bij abrupte veranderingen van de gewenste waarde (volume 0,1 l):
    • <5% FS
Technische vereisten
Available as from firmware version 4.6