Het productportfolio van elektrische randapparatuur omvat modulaire en compacte I/O-systemen met IP65/IP67- en IP20-bescherming. Deze kunnen via veldbus- of Industrial Ethernet-interfaces worden aangesloten op hogere besturingssystemen. Digitale en analoge signalen worden ondersteund. Daarnaast kan een breed scala aan technologiemodules worden geselecteerd, waardoor bijvoorbeeld een IO-Link-master of ProfiSAFE in het systeem kan worden geïntegreerd. De naadloze combinatie van elektrische randapparatuur met het portfolio ventieleilanden maakt het systeem compleet.
De bustechnologie is een proces voor de uitwisseling van gegevens en signalen tussen technische apparaten of automatiseringssystemen. De apparaten of producten die signalen met elkaar moeten uitwisselen, worden daarom via elektrische kabels - in de meeste gevallen eenvoudige tweeaderige kabels - met elkaar verbonden tot een netwerk. De apparaten zijn niet altijd complexe eenheden of machines, maar ook afzonderlijke magneetspoelen, signaallampen, schakelaars, drukknoppen, lichtschermen en dergelijke; zij worden in enigszins algemene bewoordingen "deelnemers" genoemd. De buskabel voorziet niet alleen de buselektronica van de deelnemers van elektrische spanning, maar draagt ook de signalen.
Elke deelnemer aan het netwerk krijgt een eigen adres, een unieke digitale naam. Dit betekent dat het mogelijk is signalen specifiek naar elke afzonderlijke deelnemer te zenden en er ook signalen van te ontvangen. De signalen worden verzonden in digitale gegevenspakketten die zowel het adres van de deelnemer als de over te dragen informatie bevatten. De datapakketten worden overgebracht door eenvoudigweg de elektrische spanning in de geleiders van de buskabel aan en uit te schakelen - op dezelfde manier als het knipperen van een licht om morsecode over te brengen. De deelnemers aan het netwerk "luisteren het radiogebabbel af" en zodra hun eigen adres in het datapakket voorkomt, evalueren zij de informatie die het bevat.
De regels voor de interactie tijdens de gegevensuitwisseling worden vastgelegd in zogenaamde (bus)protocollen die definities bevatten van de rechten van de afzonderlijke operators aan het communicatieproces, de onderdelen van een berichtenpakket, de tijdsvolgorde van de signaaloverdracht en nog veel meer data. De overgedragen gegevens en signalen worden gebruikt voor het in- en uitschakelen of automatiseren van de apparaten, het verzenden van controle- en statistische gegevens, het uitlezen van meetwaarden, het verzenden van statusgegevens voor diagnose of taken van apparatuur, het overdragen van apparaatkarakteristieke waarden en nog veel meer.
Het basisconcept van deze technologie is zeer eenvoudig: Verbind alle deelnemers met een kabel en verzend digitale berichtenpakketten. De situatie lijkt sterk op het verzenden van brieven per post: de informatie wordt verpakt, geadresseerd en vervolgens verzonden.
Op veldniveau en het daarin geïntegreerde sensor-/actuatorniveau worden signalen en gegevens overgedragen voor de besturing en diagnose van het apparaat. Dit omvat gegevens van onder meer verplaatsingsencoders en aandrijftechniek, temperatuursensoren en versnellingssensoren, alsmede vision-systemen, besturingstechniek en automatiseringsoplossingen en nog veel meer. Eigenschappen zoals gegevensoverdracht in real-time zijn hier cruciaal, bijvoorbeeld voor bewegingscontrole of gegevensbeveiliging tijdens de overdracht. Daarom zijn de eisen aan de transmissiesnelheid en de regels voor gegevensuitwisseling in industriele automatisering uiterst veeleisend.
Deze 'Elektrische randapparatuur' of Fieldbus devices vragen om te investeren in kennis, voorwerpen en personeel maar voor geautomatiseerd processen betekenen ze vaak een besparing met veel voordelen. Om toekomstige groei, productkwaliteit, innovatie, flexibiliteit en nauwkeurigheid te verzekeren ligt te toekomst bij deze digitalisering. Deze interfaces in de productie zijn noodzakelijk om technologieën van verschillende leveranciers samen te brengen in automatiseringssystemen.
Efficiëntie in automatisering en productie vereisen machines met eenvoudige processen, maar klaar voor industrie 4.0. Bedrijven willen machines die uitgerust zijn met interfaces die in staat zijn als computers kunnen bediend en uitgelezen te worden. Deze Fieldbus devices kunnen de verbinding maken tussen het bovenliggend PLC netwerk, en de hele field-level en zijn producten die uw automatisering nodig heeft.
Om maximaal voordelen uit deze technologie en automatiseringssystemen te halen is het belangrijk het meest geschikte protocol te kiezen om de gewenste automatiseringssystemen in de productie aan te sluiten. Elk netwerk heeft zijn voordelen en nadelen afhankelijk van de taken, technologieën, schaal, ... maar zeker de keuze voor een decentrale of een centrale sturingsaanpak heeft invloed op de investering en productiviteit. Eenmaal de keuze hiervoor en voor het busprotocol (b.v. profinet,AS-interface, ...) en de elektrische aansluiting (b.v. M8, M12, ...) gemaakt is kan eenvoudig geselecteerd worden op component, en het aantal uitgangskanalen, ingangskanalen bepaald worden. Hierdoor kunnen machines of automatiseringssystemen data doorgeven van de sensor of robots tot de PLC of cloud. Weet: veranderen achteraf van protocol of standaard kan het automatiseren van systemen door zwaar weer voeren.
Bedrijven en mensen willen voldoen aan recente verwachtingen om productie te monitoren en data in te boeken om hun investering in automatiseringssystemen te laten renderen. Dit soort apparatuur kan bedrijven helpen met predicitive maintenance, monitoren van systemen, automatiseren van terugkoppelingen naar ERP-systemen, ...